Het is crisis in de Vlaamse rusthuizen. Het personeelstekort dat al jarenlang sluimert, neemt sinds de coronacrisis ongekende proporties aan. Dat blijkt uit controles van de zorginspectie, waarbij vier op de tien woonzorgcentra onder de personeelsnorm zitten. Ook voor de bewoners zijn de tekorten pijnlijk voelbaar. In het beste geval moeten zij het met een kattenwasje stellen, in het slechtste geval blijft medicatie liggen of wordt een wonde te laat opgemerkt. “Ik wil niet weten hoe het eraan toegaat wanneer ik niet bij mijn moeder ben om te helpen.”
Pieter Lesaffer- Maandag 28 februari 2022 om 10:25 - Het Nieuwsblad

1.800 euro per maand. Dat betaal je gemiddeld voor een rusthuiskamer. Dat is sowieso al een pak geld, maar het wordt helemaal wrang als je ziet hoe groot het personeelstekort sinds de coronacrisis is geworden. Ondanks alle beloften van meer personeel, voldoen vier op de tien rusthuizen die het aflopen jaar zijn geïnspecteerd, niet aan de wettelijke minimale personeelsbezetting.
Dat gaat voor alle duidelijkheid niet over het geheel van alle 820 Vlaamse rusthuizen, maar over de 291 rusthuizen die de zorginspectie in 2021 en 2022 heeft beoordeeld. We mogen het ook niet veralgemenen, aangezien de inspectie meer langsgaat in de huizen waar al eerder vermoedens van problemen waren. Maar dan nog is dit een zeer verontrustende vaststelling, want het is een duidelijke en forse stijging tegenover de voorgaande jaren. Toen hadden ongeveer twee op de tien rusthuizen een tekort, nu 42 procent – om precies te zijn.
LEES OOK. Hoe denkt de Vlaming over het rusthuis en wil hij er ooit zelf belanden? Dit zijn de resultaten van onze enquête
75. Hoe denkt de Vlaming over het rusthuis en wil hij er ooit zelf belanden? Dit zijn de resultaten van onze enquête. - dementieathome.be
Bovendien ligt de lat sowieso heel laag. Iedereen in de sector is het er al jaren over eens dat de minimumnormen voor het personeel omhoog moeten. “We kampen met een grote groep personeelsleden die met pensioen gaan, en er zijn gewoonweg niet genoeg afgestudeerden om hen te vervangen”, verklaart Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder van rusthuiskoepel Zorgnet-Icuro, het nijpende personeelstekort. “Er is krapte op de hele arbeidsmarkt, en in de zorgsector nog meer.”
Hulp van poetspersoneel
En ook voor de bejaarde bewoners is die krapte voelbaar. Voor de coronacrisis doken hier en daar al schrijnende verhalen op. Die lijken nu stilaan algemeen te worden. “Mijn moeder wordt soms tegen haar wil om kwart voor vijf ’s morgens gewekt, zodat de nachtploeg haar nog kan wassen”, geeft de dochter van een 85-jarige Antwerpse rusthuisbewoonster als voorbeeld. “Normaal staat zij pas rond acht uur op. Maar op die dagen zit ze al om halfzeven gekleed klaar aan haar tafel.”
De vrouw gaat elke dag bij haar moeder langs, en ziet met stijgende ergernis hoe het fout loopt omdat er te weinig personeel is. “Zo is er op elke verdieping een grote badkamer met een bad. Maar dat wordt nooit gebruikt, gewoon omdat er geen tijd is. Onlangs is een man gevallen in de gang. Dat was in de namiddag, en zoals gewoonlijk was er maar één zorgkundige aanwezig. Zij kon de man niet alleen helpen en moest een collega oproepen van een andere verdieping. Maar daardoor bleef die andere afdeling van 45 bewoners een tijdlang helemaal onbemand.”
Ook de medicatie lijdt eronder. “Door de vele personeelswissels vergeten ze soms de juiste informatie door te geven. Of ze laten de medicatie bij demente bejaarden gewoon op tafel liggen, zonder te controleren of zij die ook echt nemen.”
Zulke verhalen zijn geen uitzondering meer, al is de schade niet altijd even zichtbaar. “Om de tekorten op te vangen, schakelt onze directie het poetspersoneel in voor de zorg”, zegt een Limburgse verpleegkundige. “Die mensen bedoelen dat goed, maar zij zijn niet getraind om een bejaarde uit een rolstoel te helpen of om pakweg te weten hoe ze iemand met een verlamming moeten behandelen. Het gevolg zijn blauwe plekken of wondjes aan de benen. Die collega’s merken dat niet op, en vaak zien wij dat te laat. De arts van een bewoonster heeft me daar onlangs nog voor afgesnauwd. Wij krijgen dan natuurlijk de volle laag.”
Tranen aan het bed
Bovenop de krappe arbeidsmarkt zijn er ook veel personeelsleden die door burn-out of ziekte uitvallen. Dat is ook geen toeval. Voor de crisis stond een job in het rusthuis al op de eerste plaats wanneer het over stress- en emotionele belasting ging. De zogenaamde werkbaarheidsgraad was 41,5 procent, het minste van de hele arbeidsmarkt. “En dan moest met corona de zwaarste klap nog komen”, zegt Johan Truyers van ouderenvereniging Okra.
Daardoor staat overal het water aan de lippen, zelfs in de rusthuizen die voor de crisis nog ruim bezet waren. “Als er vroeger een gat in het dienstrooster viel, boden de collega’s zich spontaan aan om in te vallen. Dat was ook haalbaar, dat gebeurde sporadisch”, zegt een kinesist. “Nu zitten de meesten op hun tandvlees. Er zijn elke dag wel gaten en het zijn altijd dezelfde collega’s die een vrije dag of weekend opgeven om in te vallen. Nu is er zelfs een Whatsapp-groep waarin de directie het personeel oproept. Vooral voor jonge collega’s is dat lastig om te weigeren.”
LEES OOK. RUSTHUISWIJZER. Vergelijk hier alle rusthuizen in jouw buurt: zoveel kost een kamer en dit krijg je in ruil
73. RUSTHUISWIJZER. Vergelijk hier alle rusthuizen in jouw buurt: zoveel kost een kamer en dit krijg je in ruil - dementieathome.be
De kinesist is ervan overtuigd dat de kwaliteit van de zorg in zijn rusthuis daar niet onder lijdt. “Maar het gaat wel ten koste van het personeel. Het is de jongste weken zelfs al enkele keren gebeurd dat een zorgkundige of verpleegkundige aan het bed van een bewoner in tranen uitbarst. Eén kleine opmerking van die bewoner kan dan de druppel zijn die de emmer doet overlopen. Dus ja, nu hebben we alles nog redelijk onder controle, maar op deze manier is het niet houdbaar.”
Het gaat ook om de kleine dingen die wegvallen, die in een rusthuis net het verschil zouden moeten maken. “Voor mijn tante hebben we bewust een woonzorgcentrum uit het duurdere segment gekozen”, zegt een Oost-Vlaamse vrouw. “Zijzelf heeft heel haar leven voor anderen gezorgd. We vonden dat zij die laatste jaren ook eens verwend mocht worden. Maar wat is de praktijk? In het contract staat dat het personeel ’s morgens met een klein ontbijtbuffet langskomt waaruit mijn tante kan kiezen. Dat is er inderdaad ook. Maar zodra zij iets te lang treuzelt, smeren ze haar gewoon een boterham met confituur, want ze hebben geen tijd om langer stil te staan. Of we moeten bij de verzorgers telkens opnieuw vragen dat ze bij het wassen ook haar nagels knippen. Het rusthuis doet zijn best, we zien de directrice zelfs geregeld in schort meedraaien, maar we worden er toch wel moedeloos van.”
Zoals de postbodes
“De bejaarden zelf reageren heel verschillend op ons haastwerk”, zegt een logistiek medewerker in de provincie Antwerpen, die onder meer het eten bedeelt en de vuile was ophaalt. “Sommigen zeggen dan lachend: Haast je maar, hè. Daarnaast heb je natuurlijk ook de klagers. En dan heb je nog een groep bewoners die zich schuldig voelt omdat ze ons ophouden. Maar dat kan toch niet de bedoeling zijn? Ik ben zelfs al iemand tegengekomen die bijna niet durfde te vragen om hem op het toilet te helpen.”
“Wij maken dezelfde evolutie mee als de postbodes, hè”, zegt een kinesist. “Die moeten nu ook alles snel-snel doen, terwijl zij vroeger een babbeltje konden slaan, en zo voor eenzame mensen soms het verschil maakten.” In de woonzorgcentra is die factor ‘tijd’ net een cruciaal onderdeel van het basispakket waarvoor bewoners betalen. “Bij mensen met dementie moet je de tijd nemen om in hun verhaal mee te gaan”, geeft een West-Vlaamse verpleegkundige als voorbeeld. “Als een man in paniek is omdat hij denkt dat iemand met een geweer op hem gericht staat, dan moet je de tijd nemen om in zijn verhaal mee te gaan, zodat je hem kan kalmeren. Als je dat niet doet, dan wordt hij agressief. Daar heb ik het vaak moeilijk mee. Mensen zeggen dan: Hij is agressief. Maar het zijn de omstandigheden die hem agressief maken.”
Taalbarrière
Zolang er geen structurele oplossingen zijn, is het voor de rusthuizen behelpen. Veel opties zijn er op dit moment niet, zelfs interims zijn nauwelijks te vinden. Hier en daar zijn er projecten met buitenlandse werkkrachten. “Maar ik heb daar heel grote vragen bij”, zegt de dochter van een rusthuisbewoonster. “Hier werken enkele Afrikaanse verpleegkundigen, maar ik moet altijd vertaler spelen wanneer zij langskomen. Ik kan me niet voorstellen hoe dat gaat wanneer mijn moeder alleen is. Het Nederlands van die dames is heel beperkt. Mijn moeder spreekt geen Engels en bovendien enkel dialect.”
Een familielid in een ander rusthuis heeft eenzelfde ervaring. “De taalbarrière is gewoon te groot”, zegt ze. “Bij mijn moeder waren het Roemenen, maar intussen zijn die allemaal weer vertrokken.”
Velen kijken uit naar meer ingrijpende verbeteringen. “Ik ga elke middag bij mijn moeder langs om haar bij het eten helpen en elke avond kom ik haar in bed steken, zodat ik zeker ben dat het in orde is”, zegt een Antwerpse vrouw. “Maar dat kan toch niet de bedoeling zijn als je, zoals mijn moeder, 2.000 euro per maand betaalt?”
Wanneer het over verpleegkundigen gaat, zit het grootste knelpunt in Antwerpen en vooral bij de commerciële rusthuizen. Dat blijkt uit de controles van de zorginspectie in 2021.
Als we de rusthuizen op een rij zetten die in 2021 de inspectie over de vloer kregen en daarbij een tekort hadden voor verpleegkundigen, dan steken de Antwerpse rusthuizen met kop en schouders boven de anderen uit. In de top tien van grootste tekorten staan zeven Antwerpse woonzorgcentra.
Het is geen toeval dat de grootste problemen zich in de grootste stad voordoen, omdat de concurrentie tussen de woonzorgcentra om personeel binnen te halen daar groter is. Al is er toch wel een opvallend grote kloof met de op één na grootste stad, Gent. In 2021 zijn zeven Gentse woonzorgcentra geïnspecteerd, waarvan maar twee niet voldeden. In Antwerpen waren dat er 25, waarvan 15 niet voldeden.
Ook de commerciële woonzorgcentra zijn in deze top tien oververtegenwoordigd. Vier van de zeven Antwerpse huizen behoren tot een commerciële groep. De overige drie – Ruytenberg, Lozanahof en ’t Zand – zijn van het OCMW. Ook de drie niet-Antwerpse rusthuizen in de top tien zijn commerciële instellingen.
Van alle personeelstekorten die de zorginspectie in 2021 vaststelde, ging de overgrote meerderheid over verpleegkundigen. Dat ligt in lijn met de krapte op de arbeidsmarkt. Er is overal een groot tekort aan verpleegkundigen. Volgens de recentste gegevens van de VDAB zijn er 2.382 openstaande vacatures voor de job. Dat is bijna duizend meer dan vorig jaar en zelfs een verdubbeling tegenover vijf jaar geleden.