Dementie is in België de belangrijkste doodsoorzaak, vóór hart- en vaatziekten en longkanker. Weinig mensen weten dat ze het risico op dementie zelf kunnen verkleinen. Ook op deze zes risicofactoren heb je een impact.

Anton Goegebeur Dinsdag 12 maart 2024 om 03:00 in Nieuwsblad
Doe zelf de test
Een fit brein verkleint de kans op dementie aanzienlijk. Belangrijk dus om te weten wat je kan doen om het fit te houden. Doe hier de test en ontdek hoe jij je brein fit kan houden.
De eerste zes risicofactoren bespraken we al in DEEL 1. “Dit kan cognitieve achteruitgang met de helft vertragen”. Hieronder volgen de andere zes.
7. Onvoldoende hersenstimulatie
Je beste jaren op de schoolbanken versleten? Goed! Je risico op dementie verkleinen kan (of kon) door in je jeugd zo veel mogelijk kennis en vaardigheden op te doen. Het groeiende brein is dan nog heel plastisch: voortdurend worden nieuwe verbindingen gelegd. Die plasticiteit verdwijnt niet, maar neemt wel af naarmate we ouder worden. Een nieuwe taal leer je nu eenmaal vlotter op je twaalfde dan op je vijftigste.
Voor de Wereldgezondheidsorganisatie is het een zoveelste argument om het belang van onderwijs in de verf te zetten. Voor Vlaanderen, waar de meeste kinderen van hun 3de tot hun 18de van maandag tot vrijdag worden geprikkeld, lijkt het wel goed te zitten. De studies die het belang van onderwijs voor dementiepreventie aanstippen, waarschuwen vooral voor landen waar kinderen, vaak meisjes, nog te weinig toegang hebben tot school. “Het is zeker een belangrijke boodschap voor groeilanden”, zegt neuroloog Sebastiaan Engelborghs (VUB/UAntwerpen). “Maar ook bij ons wordt de leerplicht soms in vraag gesteld. Dit is een argument om dat niet te doen.”
Ook na je 18de of 25ste, als de onvermijdelijke krimp inzet, is het belangrijk om je hersenen te blijven stimuleren met nieuwe kennis. Allicht schuilt ook hier het belang van onderwijs in de jeugd: wie veel naar school is geweest, is geneigd om in de rest van het leven te blijven bijleren.
Lees ook
Om je brein jong te houden moet het uitgedaagd worden. Hoe doe je dat het best? Experts tippen 5 manieren om je brein fit te houden.
Langer werken
De plasticiteit van hersenen is een relatief recente bevinding. Waar het brein vroeger werd benaderd als een fragiele porseleinen vaas, is men er nu over uit dat hersenen tot na je 80ste gestimuleerd kunnen worden. In die zin kan je hersenen vergelijken met spieren: use it or lose it.
Een groot Chinees onderzoek concludeerde dat 65-plussers die vaak lezen en spelletjes spelen inderdaad een lager risico op dementie hebben. Die bevinding komt overeen met kleinere studies die activiteiten op middelbare leeftijd linken aan een betere cognitie op latere leeftijd. Zo is er een onderzoek dat 205 mensen circa 30 jaar volgde. Wie reisde, muziek beoefende en/of sportief was, had op latere leeftijd een fitter brein. Hetzelfde geldt voor sociaal actief zijn en een extra taal leren.
Je hersenen blijven prikkelen kan natuurlijk ook via je job. Er zijn studies die aantonen dat mensen met een cognitief veeleisende job doorgaans minder cognitieve achteruitgang vertonen voor en soms ook na hun pensioen. Een onderzoek dat meer dan 1.500 mensen twaalf jaar lang volgde, legt de klemtoon op de pensioenleeftijd. Niet het aantal gewerkte jaren is van tel, maar het moment waarop je stopt. Hoe langer je actief blijft, hoe kleiner het risico op dementie. Al is het altijd opletten met oorzaak-gevolg. Vaak zijn het de collega’s die de eerste symptomen opmerken. Dementie kan zo bijdragen tot jobverlies of vervroegd pensioen.
De belangrijkste boodschap van deze studies is om de pensioenleeftijd niet als een langgerekte vakantie te zien, maar als een kans om je dagen op een andere manier in te vullen. Verkijk je daarvoor niet op het type activiteiten. De vijfde symfonie van Sjostakovitsj doorgronden vergt heel wat hersengymnastiek, maar hoger op het prioriteitenlijstje dan een opleiding klassieke muziek staat het blijven doen van veel alledaagse zaken, zoals boodschappen. Ook die stimuleren het brein.
Iets leuk vinden en volhouden is ook belangrijk. “Een detectiveroman hoeft niet onder te doen voor Tolstoj. Het gaat om blijven lezen”, zegt neuroloog Guy Nagels (VUB) die ook verwijst naar de neuroplasticiteit.
“Iets bijleren of studeren is altijd gunstig. Je bouwt een cognitieve reserve op die je later beter zal beschermen tegen dementie.” Wat je leert, maakt dus minder uit. Je achter een piano zetten is prima, in theorie is dat een heel goed instrument om diverse gebieden van je brein mee te stimuleren, maar als je nooit eerder interesse hebt getoond in het klavier dan is de kans eerder klein dat het een duurzame hobby wordt.
Ook neuroloog Engelborghs trekt het breder: “Intellectueel actief blijven is het allerbelangrijkste. Als iemand de ziekte van Alzheimer heeft, dan willen wij voorkomen dat hij of zij alle sociale activiteiten en hobby’s stopzet. Maar ga ook niet ineens kruiswoordpuzzels invullen als je dat nooit eerder gedaan hebt. Dat hou je niet vol. We raden mensen aan om zo actief mogelijk te blijven door de dingen te doen die ze graag doen.”
“Let wel, iets nieuws willen leren of oefenen omdat je er oprechte interesse voor hebt, is prima”, zegt Engelborghs. “Als een patiënt zegt dat hij een cursus fotografie wil volgen, dan zeggen we: doen. Laat je niet afschrikken door de diagnose.”

8. Te weinig lichaamsbeweging
“Lichaamsbeweging heeft een erg gunstig effect”, zegt neuroloog Rik Vandenberghe (UZ Leuven). Bewegen maakt beschermende stoffen in je hoofd vrij. Je activeert niet alleen de bewegingscircuits in de hersenen, maar ook de cognitieve circuits. “Het is goed voor ons hart en bloedvaten, maar evengoed voor de werking van de hippocampus. Vijf keer per week een halfuur bewegen binnen de ‘aerobe range’ is het officiële advies – dat wil zeggen dat je tijdens het sporten wat buiten adem bent en lichtjes zweet, maar toch nog een gesprek kan voeren.”
Voor ouderen heeft de WHO een ander advies: vijf keer per week een half uur bewegen zonder je in het zweet te werken. Of wie toch wil sporten: 75 minuten of drie keer 25 minuten per week. In de praktijk is het best dat ouderen een individueel aangepast advies krijgen, zegt Vandenberghe. “Rekening houdend met de cardiale toestand, gewrichtslijden, of andere factoren die de inspanningstolerantie beïnvloeden.”
Onderzoek bevestigt dat wie tijdens zijn leven veel beweegt, later een kleinere kans heeft om dementie te krijgen. Een Britse studie met meer dan 10.000 deelnemers vond dat wie minstens 150 minuten per week actief is – vijf keer een halfuur – de komende 10 jaar minder risico had op dementie. Context: slechts een derde van de Belgen komt wekelijks aan die 150 minuten.
Lees ook
Sporten is cruciaal voor je gezondheid. Goed nieuws voor couchpotato’s: door maar een klein beetje te bewegen kun je je hart, brein en lichaam al een gigantisch plezier doen. Ook als je écht lui bent, kun je sporten met deze 5 slimme hacks: “De kleinste inspanning volstaat al”
9. Roken
Het zal niet verbazen, maar rokers hebben een verhoogd risico op dementie. Dat risico wordt waarschijnlijk zelfs onderschat omdat rokers ook een hoger risico hebben op voortijdig overlijden (longkanker), vóór de leeftijd waarop zij mogelijk dementie zouden ontwikkelen. Het is nooit te laat om te stoppen, maar hoe eerder, hoe meer je het risico beperkt.
Roken is een risicofactor voor atherosclerose of slagaderverkalking wat kan leiden tot vernauwing en verstopping van slagaders met daardoor een risico op hartinfarct en herseninfarct. Ook kleine herseninfarctjes, die symptoomloos kunnen zijn, verhogen het risico op dementie.
Lees ook
Elk jaar sterven naar schatting zo’n 20.000 mensen aan de gevolgen van tabaksgebruik in ons land. Reden te meer om de sigaret definitief vaarwel te zeggen, maar hoe doe je dat nu best? Experts over methodes om te stoppen met roken: “Hiermee heb je vier keer meer kans op succes”
10. Overmatig drinken
Om (hersen)schade door alcohol te voorkomen, drink je best niet meer dan 10 glazen per week. Dat is de maximaal aangeraden hoeveelheid door het VAD, het Vlaams expertisecentrum voor alcohol. Overmatig en zwaar drinken wordt al eeuwen (!) gelinkt aan cognitieve achteruitgang. De Romeinse schrijver Seneca waarschuwde al dat dronkenschap de geest zo verzwakt dat de gevolgen lang nadat het drinken gestopt is voelbaar blijven.
Meerdere onderzoeken hebben overmatig en zwaar drinken in verband gebracht met dementie. Een relatief nieuwe diagnose is alcoholgerelateerde dementie (ARD). De oorzaak van dit type van dementie wordt toegedicht aan overmatige alcoholconsumptie. Het komt vooral voor bij de ontwikkeling van dementie op jonge leeftijd (jonger dan 65 jaar).
Opvallend genoeg stellen veel studies ook dat weinig drinken beter is dan helemaal niet drinken. Dat werkt de indruk dat licht tot matig alcoholgebruik kan beschermen tegen dementie, maar dat valt niet met zekerheid te zeggen. Misschien is het zelfs onjuist. Een mogelijke verklaring zijn geheelonthouders. In die groep zitten ook mensen die een ziekte hebben of medicijnen gebruiken en dus om (prangende) gezondheidsredenen gestopt zijn met drinken.
Lees ook
Liefst 6,5 procent van de Vlamingen drinkt dagelijks alcohol, en hoe ouder we zijn, hoe meer en hoe vaker we een glaasje nemen. Wat doe je als je je een béétje zorgen maakt? Je wil niet helemaal stoppen, maar wil toch minder drinken: hoe begin je er aan?
11. Sociale isolatie
Er bestaan studies die een link leggen tussen eenzaamheid en hogere kans op dementie. Zo is er een Nederlands onderzoek dat Amsterdamse ouderen zonder dementie drie jaar heeft gevolgd. Na drie jaar hadden ouderen met gevoelens van eenzaamheid 1,64 keer zo vaak dementie ontwikkeld als de niet-eenzame ouderen. Dit jaar nog stelde een andere studie dat mensen die maar eens per maand familie of vrienden zien, een hoger risico op vroege dementie hebben dan wie vaker vrienden of familie over de vloer krijgt.
“Het is vaak aangetoond dat het hebben van een partner, sociale contacten en betrokkenheid in het verenigingsleven een rol speelt”, zegt neuroloog Patrick Cras (UAntwerpen). Het klinkt als een extra argument om de strijd tegen eenzaamheid op te voeren. Volgens een bevraging van de Vlaamse Ouderenraad voelt bijna één op de acht Belgische ouderen van de 65 tot 74-jarigen zich altijd of meestal eenzaam.
Maar de link tussen sociale isolatie en dementie is op z’n zachtst gezegd troebel. De Wereldgezondheidsorganisatie wijdt er een lemma in haar richtlijnen om te besluiten dat het omtrent sociale activiteit en dementie geen advies zal formuleren. “Er zijn veel factoren die interpretatie moeilijk maken”, zegt Cras. “Eenzaamheid is moeilijk te definiëren en correleert vaak met andere risicofactoren zoals gehoorverlies, depressie en een ongezond leven.”
Sociale contacten zijn belangrijk om je hersenen te prikkelen, maar door de nadruk te leggen op romantische relaties en betrokkenheid bij lokale initiatieven dreig je individuen nodeloos te stigmatiseren. Een single kan een rijker sociaal leven hebben dan, bijvoorbeeld, een teruggetrokken koppel. “Het idee is dat als je weinig contact hebt, je hersenen minder gebruikt worden en er dus minder nieuwe verbindingen ontstaan”, zegt Cras die ook daar een kanttekening bij plaatst. “Er zijn meerdere manieren om je hersenen aan het werk te zetten. Een causaal verband aantonen tussen sociale isolatie en je risico op dementie is heel moeilijk.”
12. Hersenschade
Er zijn veel redenen om je hoofd te beschermen en één daarvan is dat een hersenletsel gepaard gaat met een verhoogd risico op dementie. Zo toonden Deense onderzoekers aan door gegevens te verzamelen van 2,8 miljoen Denen die in 1995 minstens 50 jaar oud waren. Ze volgden hen tot 2013 en verzamelden medische gegevens over eventuele opnames voor een hersenletsel. Verder werd gezocht wie van deze personen in het Deens Psychiatrisch Register stond ingeschreven met de diagnose dementie. Van de 2,8 miljoen Denen ontwikkelde 4,5 procent dementie op een gemiddelde leeftijd van 81 jaar. Van diegenen die in het verleden een hersentrauma hadden doorgemaakt, was dat 5,1 procent.
Lees ook
Hij is lang niet meer de lelijke champignon of Calimeroschelp op je hoofd uit de jaren tachtig en negentig. Maar waar let je nu best op als je een helm koopt? Tips om een fietshelm kopen: waar moet je op letten en wat zijn de grote verschillen?
Voor de opnames keken de Deense onderzoekers naar schedelbreuken, hersentrauma’s en hersenschudding. Over milde hersenschuddingen bestaat minder evidentie, al is er een Schotse studie die de link legt tussen voetbal en dementie. “Er is geen wetenschappelijke evidentie, maar waar rook is, is vuur. Mocht ik een zoon of dochter hebben die voetbalt, dan zou ik vragen om niet te koppen”, zegt neuroloog Sebastiaan Engelborghs.
Rechtstreekse link naar het krantenartikel:
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20240307_94994164?utm_source=nieuwsblad&utm_medium=newsletter&utm_campaign=gemeente&utm_content=dynamiccontent_beste_van_plus_gemeentenieuwsbrief&utm_term=0-0&M_BT=11150986598444&articlehash=MKUfzVZcx50CNm%2BNxohqR7b2BYJVA%2B2t%2FvoTIaHFMqOlWLQwTqtAcNZpm3YHmm0iOgAiouDEQG%2B%2FqUuUYHxX3i2d3az6czzG8bvsZgW4pJVj1f2%2FcfNcwOQTUQdFFCKie1h8YgIoCMr4fM0p2ZmP57yrO3gyP%2FMYUsjzurCptyxWeNjlyYHT3rT2uTByg5TG8eMNhl2Ej8rB42PXPk0pAiMcDb%2Bi2nf0MhhV5FxdCdfUYSpF3NF9KXiPMqaNQQr%2FECjEN9d01Q8%2FGc0qUgKWK4HaatkYQEa88HI%2Fxkkt9cgAE7sL7kufXybTv3W5usnZCcVPlAvUS%2BXuR%2FyuXLzXxg%3D%3D