Het jaar is oud,
moe en versleten.
Er blijft wel iets hangen,
veel wordt vergeten.
Een nieuw jaar geboren,
de blik is naar voren.
Achterom kijken
heeft weinig zin.
Het jaar is weer fris,
een nieuw begin.
Een knallend vuurwerk
wordt er ontstoken,
we gaan minder eten,
we stoppen met roken.
Met oud en nieuw zijn wij bij elkaar,
weemoedig, verdrietig of blij.
We wensen elkaar: ’Gelukkig nieuwjaar ‘,
het oude jaar is weer voorbij.
Zij is al oud,
moe en versleten.
Veel uit haar leven
is ze vergeten.
Ze kan nog slecht horen,
tijd gaat verloren.
Ze leeft in het heden,
geen vroeger of dan.
Alleen het moment,
zolang het nog kan.
Dat geeft wat zin,
wat zin aan haar leven.
Het nieuwe jaar,
wat zal het haar geven?
Met oud en nieuw ligt zij in haar bed
om twaalf uur denk ik aan haar.
Met een glas wijn, een appelbeignet
wens ik haar: ‘gelukkig nieuwjaar’.
© Hans Cieremans