Gedicht van de week
‘k Mis je stem, ik mis je aandacht,
‘k mis je geur, ik mis je lach.
‘k Mis je flonkerende ogen
en ook zelfs je zelfbeklag.
‘k Mis je rommel in de kamer,
‘k mis je snurken in je stoel.
‘k Mis je mopp’ ren op het eten,
‘k Mis gewoon een heleboel.
‘k Mis je warmte en je charme,
‘k mis ons samen met elkaar.
‘k Mis je zoenen op mijn wangen,
‘k mis het strelen door mijn haar.
‘k Mis je ‘s morgens bij het opstaan,
‘k mis je ’s avonds in het bed.
‘k Mis je thee met een beschuitje,
‘k mis de koffie die jij zet.
Ik moet zoveel van je missen
en ik mis steeds meer en meer.
Onze wederzijdse liefde,
is als eenrichtingsverkeer.
‘k Blijf je missen als die ene,
waar ik vreselijk van hou.
Wat ik mis past in één woordje
en dat woordje dat is ‘jou’.
© Hans Cieremans