gedicht van de week
Haar tasje zat vol spulletjes,
die zij verzameld had.
Oorbellen met pindakaas,
een zakdoek vol patat.
Dat tasje zag er smerig uit,
maar daar gaf zij niet om.
Niemand mocht er aankomen,
het was haar heiligdom.
Zelfs als ze naar bed toeging,
nam zij haar tasje mee.
Het ging mee naar de badkamer
en ook naar de wc.
Daar pakte ze toiletpapier,
dat ging ook in haar tas.
Daar zat ook haar bril nog in
en haar bejaardenpas.
Een zuster wierp het tasje weg
in een vuilniszak.
Het was onhygiënisch,
‘t moest in de prullenbak.
Want verzamelwoede
vond zuster ongepast,
maar voor mevrouw was haar tas
haar enige houvast.
Ze zocht wanhopig overal,
ze was haar tasje kwijt.
In ’t tasje met haar spulletjes,
zat al haar zekerheid.
De belevingswereld
van die verwarde vrouw,
zit heel anders in elkaar,
dan die van mij en jou.
Haar tasje zat vol spulletjes,
die zij verzameld had.
Oorbellen met pindakaas,
een zakdoek vol patat.
Dat tasje gaf haar troost en rust,
’t is daarom dat ik zeg:
‘Los het op, maak afspraken,
maar gooi geen tassen weg’.
© Hans Cieremans