Gedicht van de week
Wat moet ik met mijn moeder aan?
Ik heb haar net bezocht.
En het was verschrikkelijk,
ze zit vol achterdocht.
Dat zij in het verpleeghuis zit,
daarvan krijg ik de schuld.
Ik raak zo langzaamaan daardoor
aan ’t eind van mijn geduld.
Ik weet, ze lijdt aan dementie,
ze is verward en oud.
Maar ze scheld en vloekt ook soms
en ik doe alles fout.
Zo ken ik echt mijn moeder niet,
het was zo’n lieve vrouw.
Maar ze doet zo lelijk steeds,
zeg mij: ‘Wat moet ik nou?’
Vanmiddag was het weer zo ver,
ze ging weer zo tekeer.
Dan word ik boos, onredelijk,
ik weet het echt niet meer.
Soms denk ik dan: ‘Was jij maar dood’,
maar ’t klinkt zo hard, zo koel.
Dat ik dat denk, daar schrik ik van,
het geeft zo’n schuldgevoel.
Ach, mijn lieve moedertje,
wat ben je toch ver weg.
Net als jij, heb ik het soms:
‘Ik meen niet wat ik zeg’.
We moeten samen dealen,
met de werk’ lijkheid.
We zijn nog samen bij elkaar,
maar zijn elkaar ook kwijt.
© Hans Cieremans