Gedicht van de week
Ze heeft een eigen kamertje
met spulletjes van thuis.
Dat zorgt voor een vertrouwde sfeer
in het verpleegtehuis.
Haar eikenhouten kastje,
haar eigen luie stoel
en foto’s van haar kinderen.
het geeft een goed gevoel.
En als ze daar naar buiten kijkt,
dan zit ze eersterangs,
want elke ochtend doordeweeks
lopen er kindjes langs.
Die gaan dan naar de opvang toe,
ze volgt ze met een lach.
Geniet ze van het kleine grut
en zwaait ze blij gedag.
Vroeger was ze schooljuffrouw,
stond jaren voor de klas.
En als ze naar die kinders kijkt,
weet zij weer hoe dat was.
De tijd van toen dat weet ze nog,
de tijd van nu vervaagt.
Ze leeft met de herinnering,
die ze bij zich draagt.
Op de dag dut zij vaak in
op haar luie stoel.
Maar om een uur of vier ontwaakt
bij haar het oergevoel.
Dan gaan de kindjes weer naar huis
en is daar weer die lach.
Ze zwaait en kindjes zwaaien terug,
het geeft zin aan haar dag.
Zo zit ze in haar kamertje
met spulletjes van thuis.
Ze voelt zich veilig en vertrouwd
in het verpleegtehuis.
Haar dankbare herinnering,
beleeft ze nog intens.
Zij is ondanks haar dementie
een heel tevreden mens.
© Hans Cieremans